Dag 4

Dag 4 van onze klim naar het dak van Afrika

Ook deze derde nacht op de berg heb ik amper geslapen, ik schat een drietal uurtjes. Carine heeft wel genoten van een goede nachtrust. Bij mij duurt het even om fit te geraken. Gelukkig is Sam er weer met koffie en thee aan de tent. De toestand van Carine is niet veranderd: onderweg naar de toilettent wordt ze nog maar eens misselijk. Erick wordt erbij gehaald en de diagnose is nu duidelijk. De inhoud van onze reisapotheek wordt op de messtafel uitgespreid. We zijn voldoende voorzien op diarree en andere reisongemakken, maar niet op middeltjes om de werking van de maag te stimuleren. Erick heeft wel iets in die richting en schudt 2 zakjes van het middel uit in haar drinkbus. Aan de ontbijttafel krijgt Carine echter nog steeds geen hap binnen. Er is volkorenbrood met confituur en pindaboter, de onvermijdelijke havermoutpap en omelet met tomaat en worst. Het kan haar allemaal niet bekoren.

De slechte nachtrust zorgt ook bij mij voor een verminderde eetlust. Erick merkt het meteen op en voorziet mij van een extra lepel havermoutpap. “For the mission”, herhaalt hij. “Het lichaam moet sowieso harder werken om te wennen aan de hoogte. Het verwerken van een slechte nachtrust vergt extra inspanningen. Zo gaan calorieën verloren en die moeten we nu dus compenseren”, rechtvaardigt hij de extra lepel havermout. Ik volg gedwee.

Als we ons klaarmaken om de klim aan te vatten zetten de dragers onverwachts een gezang in. Op aangeven van Erick, een geboren leider, zingen ze enthousiast het Kilimanjaro-lied. Het aanstekelijke refrein en hun ritmisch dansen zorgen voor een onvergetelijk moment.




Na de sfeervolle start van de dag staat de klim van de Barranco Wall op het programma. Eerst steken we een met ijs bedekt bergriviertje over, waarna we de uitdagende klim aanvatten van de Barranco Wall, ook wel Breakfast Wall genoemd. De schaduw van de imposante rotswand houdt de temperatuur merkelijk lager en de ijzige lucht verdooft lichtjes mijn gezicht. Voor het eerst gaan we te krijgen met een technische klim. Touwen of klimijzers zijn niet nodig, maar handen- en voetenwerk komt er wel aan te pas.

We klimmen “pole pole”, zetten voet voor voet of trekken ons omhoog, hierbij soms geholpen door Kim en Erick. Hoogtevrees is hier niet op zijn plaats, maar onze gidsen waken erover dat de klim veilig verloopt. Waar nodig geven ze aan waar en hoe we onze handen en voeten moeten plaatsen. We worden gevolgd door de dragers. Zij doen hetzelfde parcours maar torsen bovendien nog alle kampmateriaal mee, deels op rug en schouders, soms op het hoofd! Het moet de al lastige klim nog onvoorstelbaar moeilijker maken.











Voor ons was de 250 meter hoge rotswand een leuke start van de dag. Boven worden we beloond met een adembenemend uitzicht op de Barranco-vallei en de kampplaats, die er inmiddels verlaten bijligt. Na een korte rust gaan we verder met onze trektocht, nu langzaam op weg naar een andere kleinere vallei. Het alpine woestijnlandschap lijkt bijna op een andere planeet, bezaaid met enorme lavarotsen.

Bij Carine verergeren de problemen. Regelmatig wordt er halt gehouden en staat ze op haar stokken te leunen. Van Erick krijgt ze 2 koekjes aangeboden. Hij neemt haar rugzak over, ikzelf haar drinkbus. Ze blijkt nauwelijks gedronken te hebben, sowieso geen evidentie op deze steile klim. Als Erick dit merkt laat hij haar een brikje appelsiensap drinken. Even later wordt ze echter weer misselijk. Het eerder toegediende medicijn geeft niet het verhoopte resultaat.






Even later worden we getrakteerd op malse regen. Gedurende 2 uren lopen we door de regen, wat ons vreemd genoeg nauwelijks deert. Onverstoord trekken we door het kale landschap verder langs een vrij vlak pad en als de hemel weer opklaart laat Kibo Peak zich aan onze linkerzijde nogmaals bewonderen. Na een tijdje zien we Karanga kamp liggen, aan de overkant van de gelijknamige vallei. Er volgt een laatste steile afdaling tot we aankomen bij een prachtige vallei met een riviertje van smeltwater.

Faustin, één van onze dragers staat ons beneden op te wachten. Zelfs op z’n smalst is het riviertje toch nog anderhalve meter breed. Om een oversteek zonder natte voeten toe te laten gooit Faustin een grote steen in het midden van het water. Algemene hilariteit als het water naar alle kanten uiteenspat. Dit bergstroompje is het laatste punt op onze tocht naar het basiskamp om water te verzamelen. Voor de volgende twee dagen zullen onze dragers al ons water hier moeten verzamelen om het naar Karanga Camp en Barafu Base Camp te brengen.

De vermoeiende afdaling eist zijn tol, niet in het minst bij Carine. Weer staat ze voorover gebogen over haar wandelstokken. Vandaag heeft ze de volledige tocht afgelegd op twee koekjes en een brikje fruitsap. In schril contrast met onze royale lunchporties en tussendoortjes heeft zij de afgelopen twee dagen nauwelijks gegeten. Desondanks horen we haar niet klagen. Ook Katie en Ed bewonderen haar hierom. Op dit punt zit ze echter compleet door haar reserves heen.

Om uit de vallei te geraken is nog een stevige klim nodig, minder lang dan Barranco Wall, maar met een vergelijkbare moeilijkheidsgraad. Rond 14u komen we allemaal uitgeput aan bij Karanga kamp, 4.200 meter hoog. Ik teken ook voor Carine af bij het registratiekantoortje, terwijl zij door twee dragers ondersteund wordt tot aan de tent. Daar vind ik haar, voor haar uit starend, zittend op een stoeltje. Ik besef dat het maagprobleem dringend opgelost moet geraken. Als de eetlust niet snel terugkomt, dreigt ons gezamenlijk klimavontuur hier te eindigen.

Ik prijs ons gelukkig dat we voor de 7-daagse tocht gekozen hebben. Op de gebruikelijke Machame route staat Karanga kamp niet als overnachtingsplek ingepland; hier wordt dan enkel geluncht. In ons programma staat het kamp ingelast als extra acclimatisatie alvorens naar het basiskamp te trekken voor de ultieme beklimming naar de top.

Tijdens de lunch overhaalt Erick Carine om toch van de komkommersoep te eten. Dat lijkt te lukken. Het vervolg van de maaltijd - rundsvlees met frieten en ananas - is nog te hoog gegrepen. Iets later komt Erick aandraven met een medicijn dat ie bij een andere klimgroep heeft weten te bemachtigen. Hij legt uit dat we inmiddels in de medicatiezone aanbeland zijn. Er rest geen tijd meer om eenvoudigweg af te wachten en te hopen op een gunstige evolutie. Het middel zou reflux tegengaan. Samen met een energiereep lukt het om het medicijn binnen te houden. Om dehydratatie tegen te gaan voegt hij nog een zoutoplossing toe aan haar drankje.

Samen met Erick, Katie en Ed  vertrek ik voor een laatste acclimatisatiewandeling. Er is geen sprake van dat Carine ons kan vergezellen. Voor haar is rusten nu de boodschap. Zoals we inmiddels gewoon zijn verloopt de wandeling aan een onvoorstelbaar langzaam tempo om ons lichaam optimaal te laten wennen aan de hoogte. Na een half uurtje staan we 100m hoger. Erick onderhoudt ons met spannende verhalen uit vorige expedities. Het meest tragische was wel het ongeval waarbij één van zijn deelnemers tijdens de klim werd doodgebliksemd. Sindsdien maakt hij geen gebruik meer van paraplu’s.


Na onze terugkeer vinden we Carine slapend in de tent, nog steeds in haar klimuitrusting, regenbroek incluis. Van de vorige dagen weet ik dat korte hazenslaapjes aan mij niet besteed zijn. In plaats van te rusten kuier ik rond in het kamp. Van Erick ben ik te weten gekomen van wie het medicijn komt tegen reflux. Hij heeft het van Caro, één van de klimmers uit een vrolijke groep dertigers. Ik ga de sympathieke Engelse opzoeken om haar te bedanken. Bij hen zit de sfeer er duidelijk goed in, er wordt gezongen en gejoeld. Daarna klim ik op een rots om te genieten van het uitzicht. In de diepte is Moshi goed zichtbaar met tussenin het uitgestrekte regenwoud.

 

We trachten Carine te overhalen om naar de messtent te komen voor het avondmaal. Ze verdraagt de geur van voedsel echter nog steeds niet en besluit in de tent te blijven. De bol soep die die ik haar nadien breng lepelt ze gelukkig wel langzaam binnen. Erick peilt of er iets is wat de kok voor haar zou kunnen bereiden. Uiteindelijk zorgt die voor droge rijst en banaan.

Na het avondmaal volgt de dagelijkse debriefing: hoe we de dag vonden, vragen en opmerkingen worden uitgewisseld en het verloop van de volgende dag wordt besproken. Blijkt dat ons nog slechts een korte wandeling rest tot aan het basiskamp. Een gestage klim met een kleine klauterpartij net voor de aankomst.


Samen met Erick ga ik checken bij Carine. Blijkt dat ze de rijst amper heeft aangeraakt. Ze vertelt dat ze na het eten van de banaan en een energiereep bovendien onwel is geworden. De kansen slinken nu met het uur en de top van de Kilimanjaro lijkt verder dan ooit. Gedurende vijf maanden hebben we ons fysiek op vrijwel identieke wijze voorbereid op dit avontuur. Uiteraard weet je vooraf niet hoe je lichaam zal reageren op de hoogte. Zelf ondervind ik, buiten een milde hoofdpijn, nauwelijks hinder. Ook mijn eetlust is opperbest, terwijl die bij Carine volledig is verdwenen.

Buiten is een prachtige sterrenhemel zichtbaar, terwijl Moshi inmiddels in het dal oplicht. Het is een buitenaards zicht. Ik help Carine tot bij onze toilettent en wijs haar op het spectaculaire uitzicht. Ze kan met moeite haar hoofd oprichten.
Om 21u brengt Sam een bord droge pasta, door de kok nog speciaal klaar gemaakt. De geur doet mij watertanden, ook al heb ik net gegeten. Carine daarentegen krijgt geen vijf spaghettislierten binnen. Eerlijk, ik geef geen 10 cent meer voor de slaagkansen om samen de top te bereiken.