’s Morgens worden we met een shuttle opgehaald door Francis. We maken kennis met onze medereizigers Ed (36) en Katie (31), een Brits-Australisch koppel, die bezig zijn aan hun zes weken lange huwelijksreis doorheen Afrika. Zonder dralen gaat het meteen richting Kilimanjaro. Ons hotel ligt tussen Moshi en Machame, op een comfortabel half uurtje rijden van Machame Gate, de vertrekplaats van onze klim.
Er heerst een leuke sfeer bij Machame Gate. Voor de toegangspoort proberen handelaars je nog vlaggen, hoeden en andere spullen aan te praten. Erachter, op een mooi onderhouden parking, staan dragers in groepjes bij elkaar, bezig met het verdelen en hertasten van de bergspullen. Daartussen en aan de rand van parking circuleren aapjes. En onder een afdak staan enkele tientallen klimmers in groepjes bij elkaar, beschutting zoekend tegen de zon. Daartussen loopt Erick heen en weer van het registratiekantoortje naar zijn team. In de komende zeven dagen zal hij een beklimming leiden met 4 deelnemers, 16 dragers, een kok en een assistent-gids.
Ik kijk hoe de lading van iedere drager wordt afgewogen op precies 20 kg. Na een uurtje beginnen de eerste klimmers aan hun tocht. Voor ons blijft het wachten op het signaal om ook te vertrekken. Stilaan zijn alle klimmers vertrokken en blijven we met ons vieren achter. Een tikkeltje nerveus wisselen we informatie uit over de komende de tocht. Kim raadt aan om alvast het lunchpakket aan te spreken en voldoende te drinken. Dat laatste alleen verklaart niet de talloze toiletbezoeken. Het is duidelijk dat de spanning zich begint op te bouwen.
Rond 14u, na bijna vier uur wachten, is het eindelijk zover. We kunnen onze eerste tocht aanvatten, onder leiding van Kim. Onze dragers zijn al een tijdje vertrokken. Erick blijft achter om de laatste administratieve beslommeringen af te handelen. Achteraf horen we dat een bekraste magneetstrip op een bankkaart de oorzaak was van ons oponthoud.
Een oud wagenspoor leidt ons het regenwoud in. De onmiddellijke pracht van de majestueuze bomen doen me mijn aanvankelijke nervositeit vergeten. De hellingsgraad op dit stuk valt best mee. Ons doel voor vandaag is Machame kamp op drieduizend meter. Na een uurtje houdt het wagenspoor op en maakt het plaats voor een aangelegd en goed onderhouden wandelpad, omzoomd met uitgegraven watergeulen. Deze zorgen ervoor dat er tijdens het regenseizoen toch door het woud kan getrokken worden zonder kniediep in de modder te zakken.
Ed en Katie geven de snelheid aan, die naar mijn gevoel te hoog ligt, wat Kim ook bevestigt. Het is drukkend warm, de hoge vochtigheidsgraad van het regenwoud is goed voelbaar. Regelmatig water drinken is de boodschap, wat nogal geforceerd aanvoelt. In onze Camelback dragen we 2,5 liter mee, aangevuld met een drinkfles van ¾ liter. De Camelback in onze rugzak laat niet zien hoeveel water hij nog bevat. Ik heb dus geen idee van mijn verbruik. Op een aantal plaatsen staat er langs het wandelpad een toilet opgesteld. Die zijn donker en over de hygiĆ«ne maken we ons weinig illusies. De walgelijke geur laat het ergste vermoeden. Dat doet ook de vrouwen al snel voor de volle natuur kiezen.
Na anderhalf uur gaat het mooie en goed onderhouden pad over in treden. De hellingsgraad wordt duidelijk steiler. Onze fysieke voorbereiding van de voorbije maanden begint nu echt te lonen. Het trappen lopen was zondermeer een goed idee. De vegetatie wordt merkelijk minder hoog en we naderen de hoogtegrens van het regenwoud.
Rond 18u30, het begint al te schemeren, komen we aan in onze kampplaats “Machame Camp”. Onze dragers hebben de eetshelter en de slaaptentjes al opgesteld. In elk tweepersoonstentje ligt keurig de bagage op ons te wachten.
Sam, die instaat voor de bediening, draagt al gauw vers gepofte popcorn en dampende koffie en thee aan. Daarna krijgen we aan onze tent elk een teil warm water aangereikt, samen met een bolletje Dettol-zeep. Het lukt vrij aardig om ons in het kleine tentje te wassen en even later schuiven we aan voor ons eerste avondmaal op de berg. De kok vergast ons op een verrassend lekkere en voedzame maaltijd van soep, aardappelen, kip en groentesaus. Nadien volgt er de briefing voor de volgende klimdag en rond 21 uur trekken we al naar bed. Op de grond ligt een matrasje, een viertal centimeter dun, dat nog verrassend comfortabel aanvoelt ook.
’s Nachts moet ik de tent uit voor een kort toiletbezoek. Wat een afknapper. De vroegere houten kotjes zijn vervangen door vaste constructies, maar voor de rest is er nog steeds een stevige maag nodig. Een klein gat in de vloer, ondergeplast en ondergekakt door eerdere bezoekers die duidelijk minder goed konden mikken. Ik besluit Erick morgen aan te spreken over het chemisch toilet dat we vooraf gereserveerd hadden.